Gelezen in Knack deze week.
Denkend aan de dood wordt U een beter mens.
'Denkend aan de dood kan ik niet slapen, en niet slapend denk ik aan de dood.' door de dichter J.C. Bloem en zo begint het artikel in Knack.
Dit jaar zullen er 60 miljoen mensen sterven en in het verleden zijn er al 100 miljard gestorven.
Het hoort bij het leven. Net als geboren worden en gewoon leven, maar toch blijven we het maar moeilijk hebben met de dood en praten we er niet zo graag over. Het blijft voor velen een zeer moeilijk onderwerp.
We komen er tegenwoordig ook niet zoveel meer mee in contact. De dood is iets verstoken geworden en gebeurt in ziekenhuizen en rusthuizen.
Het kan nu zelfs gebeuren dat het 20 of 30 jaar duurt eer er iemand in de onmiddellijke omgeving sterft.
Bij mij persoonlijk was de allereerste keer dat ik met de dood te maken kreeg toen een turngenote van onze groep overleed. Ik was toen 13 jaar en zij was 14 jaar. Ik was daar wel van geschrokken.
Daarna stierf een klasgenootje van onze oudste. Het jongetje was net drie jaar en ik was pas bevallen van mijn derde kind toen. 24 jaar was ik toen. Toen was ik echt van slag.
Daarna duurde het tot iets meer dan tien jaar geleden toen een collega van mijn werk zijn zoon verloor. Die jongen was toen 18 jaar. Zelf was ik toen 26.
Het dichtste bij was toen mijn eigen schoonzusje overleed tien jaar geleden. Toen was ik 27 (mijn schoonzusje 18) en een jaar later mijn eigen echtgenoot (31 jaar). Toen kwam de dood plots zeer dichtbij. En begon ik een paar boeken te lezen over de dood.
Ik probeerde toen ook boeken te lezen die me de dood leerde relativeren (als dat ook maar mogelijk zou zijn). Zoals boeken over vrouwen in Afghanistan.
Vroeger was het anders. Vroeger was die dood onlosmaklijke verbonden met het leven.
We komen in het artikel Darwin tegen die zelf tien kinderen had van wie er drie jong stierven.
Darwin is bedenker van het mechanisme van natuurlijke selectie. Doodgaan was nog normaal.
Toen was het zo, je maakte genoeg kinderen om het spel van de natuurlijke selectie te kunnen laten spelen, waarbij de sterksten (of de gelukkigsten)het haalden. Tegenwoordig is dat anders natuurlijk.
We zetten één of twee kinderen op de wereld. Desnoods schakelen we techologie in om ze in leven te houden en we zetten alles IN op die één of twee kinderen, maar als het misgaat is dit zeer, zeer erg. Zelf heb ik veel kinderen, maar ook ik zou dit het ergste vinden van wat me ooit zou kunnen overkomen. De dood van één van hen.
Godsdienst speelt handig in op het feit dat mensen zich bewust zijn van hun sterfelijkheid. Het hield ons in toom en zette aan tot goedheid.
De twintigste eeuw was de eeuw dan weer van de strijd tegen de dood of op het uitstellen van de dood.
Het sterven wordt uit de dagdagelijkse maatschappij gehaald.
De Griek Socrates filosofeerde dat veel mannen de dingen doen die ze doen als wanhopige pogingen om onsterfelijkheid te verwerven. Voor vrouwen was het simpeler. Zij kregen kinderen, klaar. Nieuw leven moet de dood aanvaardbaarder maken.
En sommige moderne experimenten tonen aan dat mensen die meer met de dood geconfronteerd worden, meer geneigd zijn aan kinderen te denken...
Misschien is er toch nog een verklaring voor mijn grote kinderwens :-).
Wanneer mensen met de dood in aanraking komen gaan ze gezonder leven. Mensen hebben dan minder aandacht voor roem en geld. Dat begrijp ik wel! Zo ervaarde ik het zelf ook wel.
Ik moest bewuster en gezonder leven om er langer te kunnen zijn voor mijn kinderen. Dus ging ik mij daar vanaf 2008-2009 meer mee bezig houden. Bewuster, ecologischer leven. Meer Bio, duurzamer, minder plastiek, niet meer vliegen, ...
Mensen die vaker geconfronteerd worden met de dood hebben meer aandacht voor de 'waarden' in onze omgeving. Ze zijn meer tolerant, egalitair, begripvol en vredelievend.
De dood zou dus tot een beter leven leiden. Het dringt zelfs de kans tot een echtscheiding terug.
Dit artikel in Knack van deze week heb ik met veel belangstelling gelezen. Voor mij het meest interessante artikel van deze week.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten