zondag 31 maart 2013

Koontz

Ik kocht pas weer tweedehands een hele resem boeken van Koontz, maar de laatste die ik las van hem was :
De stem van de nacht.
Het boek is uitgebracht in 1980 dus best al een oudje en dat merk je wel.
Het leest zeer vlot, is een beetje spannend, maar wat mij vooral bijblijft is dat je merkt dat het boek in DIE tijd geschreven is. Jaren '70 en '80.
Zo zit één van de personages eens een hele dag in de bibliotheek om opzoekingen te doen en oude kranten te bekijken om informatie te vinden over gebeurtenissen. Dat zou nu zijn dat hij het opzocht op het internet.
Ook gaat alles met de huistelefoon of er wordt gebeld in het telefoonhokje. Van mobieltjes is totaal geen sprake.

Het einde is niet spannend, eerder teleurstellend.
Ik wou wel iets optekenen uit het boek vanop de allerlaatste bladzijde.

'Terwijl hij de sterk dalende weg afliep naar de telefooncel drong het opeens tot hem door dat hij de stem van de nacht niet meer hoorde. Oja, de padden en de krekels waren er en het gerommel van een verre trein. Maar dat zachte, sinistere gefluister, dat er volgens hem altijd was geweest, het geluid van bovennatuurlijke machten, die aan hun kwaadaardig werk bezig waren, hoorde hij opeens niet meer. Toen begreep hij dat de stem van het duister nu IN hem zat en daar eigenlijk altijd had gezeten. Ze zat in ieder mens, dag en nacht kwaadaardig fluisterend en de belangrijkste taak van de mens was om er geen aandacht aan te besteden, er gewoon niet naar te luisteren en haar buiten te sluiten.
Hij belde het ziekenhuis om een ambulance en daarna de politie.' 

Daar was ik nu wel even stil van.

Ik las dit boek uit in 1 dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten